Wim en Line naar Rome

Vanaf 4 juni 2005 zijn Jacqueline Vermeij en Wim Versloot op pad naar Rome. Zij scootert, hij loopt. Vanuit Arnhem gaan zij via Duitsland en Zwitserland naar Italië. Medio september willen zij arriveren in Rome. Tevens lopen zij voor een goed doel: Stichting Bosnische Toekomst, een organisatie die hulp biedt aan Bosnische vluchtelingen in Travnik. Op deze weblog doen zij regelmatig verslag van hun belevenissen onderweg.

02 september 2005

25? 35!

Onze “omweg” naar Rome via Umbrië is niet zomaar gekozen. Een aantal jaren terug hebben wij hier een wandelvakantie gedaan, waar we goede herinneringen aan bewaren. Schitterende wandelingen, gecombineerd met cultuur en lekker eten hebben ons weer verleid. Ook Spoleto hadden we al eens bezocht, maar dit plaatsje heeft nog steeds niets van zijn charme verloren. Het aanzicht van Spoleto wordt gedomineerd door de burcht boven de stad.

Daarachter ligt een 14e eeuws aquaduct, dat voor de watervoorziening van de burcht zorgde. In het stadje zijn vele bezienswaardigheden te bewonderen, waaronder een amphitheater, diverse fonteinen, en de Romaanse Dom.

Mijn wandeling van Aquasparta naar Amelia gaat door een golvend landschap, met een hoge temperatuur en erg weinig schaduw. Maar ondertussen ben ik al aardig gewend aan de hitte en de hoogteverschillen. Het belangrijkste is om ’s ochtends je petje niet te vergeten en veel te blijven drinken.

Jacqueline heeft ondertussen de nodige moeite een nieuwe camping te vinden. De geplande camping in Bomarzo blijkt niet (meer) te bestaan. Aangezien we in een minder toeristisch gebied zitten, is er ook in de wijde omtrek geen camping te vinden. We besluiten maar van de nood een deugd te maken en neer te strijken in een agriturismo in Attigliano. Hier kun je voor een redelijke prijs overnachten en ook nog eens lekker eten.

Al vroeg ga ik op pad voor mijn wandeling naar Soriano nel Cimino. Als ik nog niet zo heel lang aan het lopen ben, wordt ik uitbundig gegroet door een Italiaan die in zijn olijfgaard het gras staat te maaien. “Gutentag!”, roept hij en ik besluit even een praatje te gaan maken. Het wordt een onvergetelijke ontmoeting.

Het blijkt een ongelooflijk grappige man, die mij de oren van het hoofd vraagt. “Mama mia! Tuto a piedi?” zegt hij als ik vertel dat ik helemaal te voet vanuit Nederland ben. Zelf vertelt hij honderduit over zijn leven, zijn pensioenering, zijn olijfgaard, zijn vakanties en zijn eerdere werk. Op een gegeven moment komen onze leeftijden ter sprake. Hij is 54 jaar oud en hij schat mijn leeftijd op 25 jaar. Als ik vertel dat ik (al) 35 jaar ben wordt ik uitgebreid gefeliciteerd, met handen schudden en al, dat ik er nog zo jong uitzie (volgens hem dan). Met een grote glimlach vervolg ik na een klein half uurtje mijn wandeling. Mijn dag kan niet meer stuk.

De wandeling is verder grandioos. Het terrein heeft nog steeds flinke hoogteverschillen en ik kom door schitterende plaatsen als Lugnano in Teverina en Bomarzo.

Deze plaatsen lijken wel door een reus bovenop een berg geplaatst, met de huisjes steil tegen de wanden op. Erg indrukwekkend allemaal.

Aan het einde van de dag rijden we door naar Lago di Bracciano, 35 km boven Rome. Aan dit meer vinden we met wat moeite een mooie en rustige camping. Dit is tevens onze laatste camping voor Rome. Ik heb nog vier wandeletappes voor de boeg, terwijl Jacqueline nog maar enkele tientallen kilometers hoeft te scooteren. Het aftellen is begonnen. Tik tak, tik tak, tik tak...

Tijdloze groeten uit Italië

30 augustus 2005

Kattenmepper

Mijn schoonouders hadden afgelopen vrijdag bezoek. Midden in de nacht was er een kat hun tent ingeslopen, en deze sprong doodleuk bij mijn schoonvader op zijn buik. Die schrikt zich natuurlijk gek (mijn schoonvader natuurlijk) en haalt uit met zijn vlakke hand. Minoes vliegt (waarschijnlijk met flinke hoofdpijn) onder het bed van mijn schoonmoeder de tent uit. Ook mijn schoonmoeder zit vervolgens met gierende hartkleppen rechtop in bed. Nadat ze beiden wat zijn bijgekomen, proberen ze maar weer wat te gaan slapen. Dit lukt vooral bij mijn schoonmoeder slecht. Bij elk geluidje denkt ze dat de “Veluwse poema” de tent insluipt. ’s Ochtends blijkt dat niet helemaal onterecht. Minoes zit weer in de tent, te wachten op de volgende oplawaai...


De rustdag wordt weer cultureel ingevuld. Als eerste gaan we naar Santa Maria degli Angeli. In deze plaats staat het oorspronkelijke kapelletje waar St. Fransiscus gestorven is. Later is hier (letterlijk) een enorme basiliek omheen gebouwd, in grootte de zevende in de Christelijke wereld. Op het plein voor de basiliek is het een toeristische kermis, met souvenirwinkeltjes die allerhande prullaria verkopen. Heeft iemand nog een plastic St. Fransiscus nodig?

Daarna naar Assisi en Spello. Twee leuke kleine plaatsjes, met mooie pleinen, nauwe steegjes, en vooral ook veel toeristen. Maar het is wel schitterend allemaal (zie foto’s).

Als je in Italië langs een begraafplaats loopt, heb je af en toe het idee dat je langs een vakantiepark loopt, er staan namelijk allemaal huisjes op. Als je wat beter kijkt zie je dat het tombes zijn met familiegraven, de één nog mooier dan de ander.

Alle overledenen van een familie worden in deze tombes bijgezet. Je zal maar een hekel hebben aan je familie; leg je het loodje, ben je nog tot in den eeuwigheid met ze opgescheept...

Op mijn tweede wandeldag, tijdens een pittige beklimming, kom ik twee bekenden tegen. Het zijn onze Trasimeense toiletgebouwvrienden, die met de fiets Umbrië onveilig maken. Ze zijn onderweg naar dezelfde camping als waar wij overnachten, in Spoleto. Hopelijk kunnen we nu gewoon buiten zitten, zonder regen.

Rome begint ondertussen in zicht te komen! Vanaf Spoleto gaan we nu in (relatief) rechte lijn naar ons einddoel toe. Met wandelen ben ik nu tot Aquasparta, wat betekent dat er nog (maar) 150 wandelkilometers zijn af te leggen. Als het goed is nog ruim een week en we kunnen zwaaien naar de paus (alstie-er-is).

Groeten van JAWS en poes Minoes